Inhoudsopgave Ritueel gedrag (uitgebreid)

 

Inleiding

1

 

 

1. Instrumenteel vs. ritueel gedrag

2

1.1 Ritueel gedrag

2

1.2 Instrumenteel gedrag

3

1.3 Het wezenlijke van ritueel gedrag

5

 

 

 

 

Deel I: Rituelen op basis van arbitraire regels

8

 

 

2. Rituelen als magische bezwering

9

2.1 Onvoldoende greep als achtergrond

9

2.2 Arbitrair in plaats van functioneel

10

2.3 Rechtvaardiging van de regels

11

2.4 De starheid van het ritueel

12

2.5 Bijgelovig gedrag bij topprestaties

14

2.6 Dwangneurotische bezweringsrituelen

16

 

 

3. Ritualisering in reactie op een onvolledigheidsgevoel

18

3.1 Het hardnekkige gevoel van onvolledigheid of onvrede bij dwangpatiënten

18

3.2 Verschuiving van het doelstreven naar bijkomstigheden

19

3.2.1 Onlesbare behoefte aan zekerheid over sociale aanvaarding

20

3.2.2 Verschoven strijd tegen inbreukmakers

21

3.2.3 Een verschoven streven naar compensatie

22

3.2.4 Gemeenschappelijk

22

3.3 Ambivalentie als verstoorder van de beleving van effectiviteit

23

3.4 Een ordeningsritueel met complexe achtergrond en functie

24

3.5 Overige verstoringen van de beleving van taakvoltooiing

26

3.5.1 Wasdwang

26

3.5.2 Angst onheil te veroorzaken

26

3.6 Een gebrek aan betrokkenheid als bron van de beleving van onvolledigheid

27

 

 

4. Ritualisering op basis van doelgerichtheidtekort

30

4.1 Verstrikking in bijzaken en doelvervreemding

30

4.2 Empirische bevestiging

33

4.3 Verregaand gerichtheidsverlies op directere gronden

34

4.4 Structureel zwakke doelgerichtheid

35

4.5 Rituelen met een spelfunctie

39

4.6 Ritualisering van alledaagse functionele activiteiten

40

 

 

5. Ritualiseren voortvloeiend uit een ontwikkelingsfase

43

5.1 Ritualisme in de kindertijd

43

5.2 Situatie-doel-middel differentiatie plus integratie

44

5.3 Functionele oriëntatie

47

5.4 Dwangneurotisch ritualisme bij kinderen

48

 

 

6. Ritualiseren o.i.v een ontwikkelingsstoornis: autisme

49

6.1 Ritualisme in autisme

49

6.2 Minder ontwikkelde en parate context voor waarnemen en oordelen

51

 

 

7. Ritualiseren o.i.v een ontwikkelingsstoornis: de dwangmatige

54

7.1 Ritualisme bij de dwangmatige persoon

54

7.2 Interpretatie van het dwangmatig gedrag

55

7.3 Actief vs. passief dwangmatig type?

57

7.4 Empirische ondersteuning

58

7.4.1 Eigen onderzoek

58

7.5.1 DSM-IV en -5

59

7.5 Ontwikkelingsachtergrond van de beperkte situatie-doel-middel differentiatie

60

 

 

 

 

Deel II: Rituelen op basis van symbolen of mythen

62

 

 

8. Rituelen rondom een positieve discontinuïteit

63

8.1 Nieuwe levensfasen

63

8.1.1 Geboorte en de verjaardagen

63

8.1.2 Volwassen worden

64

8.1.3 Huwelijk

65

8.2 Maatschappelijke hoogtepunten

66

8.2.1 Oogstfeest

66

8.2.2 Lichtfeest, lentefeest

67

8.2.3 Openingen, prijsuitreikingen, huldigingen, kroningen

67

 

 

9. Rituelen rondom negatieve discontinuïteit

69

9.1 Rouwplechtigheden

69

9.2 Afscheidsrituelen als verwerking belemmerd is of dreigt te worden

70

9.3 Algemeen

74

9.4 Reflectie op rituelen rondom discontinuïteit

74

 

 

10. Inwijdingsriten

76

10.1 Toetredingen

76

10.2 Initiatieprocedures in de puberteit/adolescentie

77

10.3 Verklaring van dit soort extreme initiatieriten

79

10.4 Kritiek op de theorie van de overgangsrituelen

80

10.4.1 Andere motieven

80

10.4.2 Kritiek op het drie fasen model van riten

82

 

 

11. Gemeenschapsrituelen

84

11.1 Rituelen die het gemeenschapsleven bevorderen

84

11.1.1 Geschenk- en verwendagen

84

11.1.2 Verzoeningen

84

11.1.3 Feestelijke bijeenkomsten

85

11.1.4 Geritualiseerde rebellie (Gluckman, 1963)

85

11.2 Rituelen die het gemeenschapsleven stroomlijnen (omgangsvormen)

86

11.2.1 Begroeten

86

11.2.2 Bedanken

87

11.2.3 Afscheid nemen

88

11.3 Rituelen rondom feestelijke momenten

89

 

 

12. Offerrituelen

91

12.1 Het mensenoffer bij de Azteken

91

12.2 De Eucharistie in de katholieke mis

93

12.3 Het berenoffer bij Noorse volkeren

97

 

 

 

 

Deel III: Integratie van de gezichtspunten

100

 

 

13. Samenvatting van de besproken rituelen

101

 

 

14. Een theorie over ritualisering van gedrag

107

14.1 De essentiële kenmerken van rituelen

107

14.2 Motivatie tot ritualisering

108

14.2.1 Afgerond ritueel bij greepverlies

108

14.2.2 Ritualisering van tekortschietend instrumenteel gedrag

109

14.2.3 Ritualisering van gedrag bij problematische aansturing

110

14.3 Manieren om te ritualiseren

111

14.4 Functievervulling, effectiviteit

114

14.5 Mate van starheid

117

14.6 Functionele autonomie van rituelen

117

14.7 Conclusie

118

 

 

Index van auteursnamen

119

Referenties

121

 

Terug naar de toelichting Ritueel gedrag